Deel 2

Gepubliceerd op 6 oktober 2024 om 12:13

De gedachte aan die avond maakt me weer warm, het laat mijn lijf tintelen en weer terug verlangen naar de Frank van die avond. Terwijl Frank nog druk in gesprek is, wordt er op de hotelkamerdeur geklopt. Ik open de deur, het is de picollo met onze koffers. Ik neem de koffers in ontvangst, hij wenst ons een aangenaam verblijf en ik geef hem een fooitje om te bedanken.

Als ik de deur sluit komt Luci mijn kant opgelopen. 'Mama gaan we al zwemmen? Ik wil dat zo graag' zegt ze met een grote glimlach. 'Eerst even snel de koffers uitpakken en dan gaan we zwemmen, goed?' Ze knikt blij en kruipt bij Frank op bed. Snel pak ik de koffers uit en leg alles in de kasten, ondertussen pak ik de zwemtassen in zodat we daarna meteen kunnen vertrekken.
'Luci, mama is klaar! Zullen we gaan?' roep ik vanuit de badkamer. 'Jaaaa, kom mama. Papa moet ook mee.' Ik werp een blik op Frank en die laat door handgebaren duidelijk merken dat hij niet mee gaat. Luci is direct teleurgesteld. 'Papa gaat nooit met mij mee he mama?' Ik voel de tranen in mijn ogen springen en heb moeite deze weg te slikken. 'Kom maar schatje, papa komt later wel.' zeg ik met trillende stem terwijl ik dondersgoed weet dat hij helemaal niet naar het zwembad gaat komen. Ik pak Luci haar handje vast en samen lopen we de hotelkamer uit, naar de lift. Luci drukt op het knopje van de lift en de deuren gaan direct open. Als we instappen word ik weer overvallen door de hoeveelheid spiegels die er hangen. Ik wil niet naar mezelf kijken, maar in deze lift is dat onmogelijk. Wat ik zie, is een ongelukkige vrouw, een vrouw die ik niet wil zien en waar ik vooral niet aan toe wil geven. En menig mens zal denken, waarom is zij ongelukkig? Ze heeft alles wat haar hartje begeerd, woont in een groot huis, zeg gerust maar villa, rijden allebei in een mooie auto, kunnen meerdere keren per jaar op vakantie en we hebben geen financiële zorgen. Dat klopt, daar kan ik mensen geen ongelijk in geven, maar deze mensen weten niet wat er binnen onze muren gebeurd, wat voor leven wij echt lijden. En daarbij, geld maakt makkelijk, maar echt niet gelukkig, dat heb ik wel aan levende lijven ondervonden. En ja, er zijn genoeg mensen die het veel slechter hebben dan ik, dus wie ben ik dan om te klagen en ongelukkig te zijn. Tsja precies, wie ben ik? Ik weet het zelf niet eens meer.
Op de 2e etage stopt de lift. De deuren gaan open en een lange, gespierde man stapt de lift in. Wat een stoot, niet normaal knap. 'Goedemiddag.' zegt hij vriendelijk. 'Hallo meneer.' zegt Luci. 'Wat een een beleefd meisje ben jij.' zegt hij tegen haar. Ik glimlach vriendelijk naar hem. 'Dat heb je zeker van je mooie moeder geleerd.' zegt hij er achteraan. Ik voel dat het schaamrood op mijn kaken verschijnt. Hij is nog een flirt ook denk ik bij mezelf. De deuren van de lift gaan open, we zijn op de begane grond, saved by the bell. De man stapt uit en verdwijnt in het niets. Verbouwereerd loop ik samen met Luci naar het zwembad toe. Mijn gedachte zijn nog bij de mysterieuze man en ik weet niet waarom, blijkbaar heeft hij indruk op mij gemaakt.

Als we ligbedjes hebben gevonden en onze spullen hebben geïnstalleerd kunnen we eindelijk gaan zwemmen. We beginnen in het peuterbad, Luci is helemaal in haar elementje en ik geniet met volle teugen van mijn mooie meisje. Mijn vlees en bloed, wat ben ik trots op haar! 'Mama, zullen we van de grote glijbaan gaan?' Ze pakt mijn hand en trekt me mee naar de trap van de glijbaan. Na een tiental treden kom ik boven aan als een hijgend hert. Die conditie van mij is ook niet meer wat het is geweest. 'Mama, het is best hoog hoor.' zegt Luci angstig. 'Kom maar schatje, jij kan dit.' Ze neemt plaats op mijn schoot en als het licht van het stoplicht op groen springt glijden we samen naar beneden, schaterend van het lachen.
'Dat was leuk mama! Gaan we nog een keer?' Nog voor ik antwoord heb gegeven, pakt ze mijn hand en lopen we alweer richting de trap. Na een paar keer glijden, lopen we terug naar onze ligbedjes en gaan we even liggen zonnen. 'Mama, ik heb een beetje trek.' zegt Luci na drie kwartier. 'Laten we even wat gaan eten.' antwoord ik. Ze trekt haar bad poncho over haar hoofdje en ik doe mijn omslagdoek om mijn lichaam. Samen lopen we hand in hand richting het eettentje bij het zwembad. 'Oh mama, kijk! Pizza! Mag ik dat?' Ik begin te lachen, 'Ja natuurlijk mag je pizza.' Ik bestel een pizza margherita voor ons samen en twee glazen appelsap. We nemen plaats aan een tafeltje in de hoek, zo hebben we overzicht over het hele restaurantje. Niet veel later wordt de pizza gebracht en kunnen we gaan eten. ‘waar blijft papa nou?’ vraagt Luci terwijl ze een stuk pizza in haar mond steekt. ‘ik weet het niet lieverd, hij zal zo wel komen.’ Ze kijkt me aan met een niet gelovende blik, ‘of hij komt weer eens niet’ zegt ze geïrriteerd. Mijn kleine meisje, bijna 4 jaar en zo wijs. Kinderen krijgen zoveel meer mee dan dat wij ouders denken. Ze weet ondertussen precies hoe Frank is, waarschijnlijk komt hij inderdaad niet nee, maar het haar bevestigen doe ik niet, want dat kan altijd nog tegen mij gebruikt worden.
Als we klaar zijn met eten en ons bord op de afwaskar zetten, pakt Luci mijn hand stevig vast. 'Voor altijd samen he mam?' zegt ze ineens. Een brok schiet in mijn keel. 'Voor altijd samen lieverd.' antwoord ik snel. Haar woorden blijven zich in mijn hoofd een paar keer herhalen, als ik plots uit mijn gedachte wordt gehaald. 'Lekker gegeten dames?' vraagt de lange, knappe gespierde man uit de lift. 'Ja heel lekker, zegt Luci enthousiast. Ik had een pizza samen met mama.' De man lacht, 'heeft het gesmaakt?' vraagt hij terwijl hij mij aankijkt met zijn felblauwe ogen. Ik knik, 'Ja zeker.' 'Goed om te horen, ik ga nu even wat eten. Fijne middag nog!' en hij loopt weer weg. 'Mama, ken jij die meneer?' vraagt Luci als we terug lopen naar onze ligbedjes. 'Nee lieverd, die man ken ik niet.' Het blijft daarna stil. 
Aangekomen bij onze ligbedjes gaat Luci in de chill stand. Ze is moe. Nog geen 5 minuten later ligt ze heerlijk te slapen. Ik pak mijn telefoon om te kijken of Frank als iets heeft laten horen. Maar helaas, helemaal niks, dus ik besluit hem te appen met de vraag of hij nog boven is. Al snel krijg ik antwoord; Net klaar met bellen, ik ga even douchen en dan op bed liggen. Veel plezier jullie, tot later. Kort en krachtig. Zoals ik al voorspelde, meneer komt niet. Weer voel ik de teleurstelling, niet eens meer naar mij toe, maar wel naar Luci. Toen ik Frank leerde kennen was hij een heel ander persoon. Hij was heel spontaan, gezellig, we gingen vaak uit eten samen, wilde alles samen met mij doen en hij  plande om de haverklap een romantische datenight. We zijn na een half jaar daten gaan samen wonen, vrij snel, maar het ging eigenlijk zo goed tussen ons dat ik dat wel aandurfde te gaan. Ik heb toen mijn huur opgezegd, mijn appartementje verlaten en ben bij hem ingetrokken. Van een appartementje naar een kast van een huis gaan, was wel iets waar ik heel erg aan moest wennen. Ook de schoonmaakster en de tuinman die er liepen waren voor mij onbekend terrein. En ondanks dat ik van het ene naar het andere uiterste ging, was ik al snel gewend. Als Frank maar bij me was, dan was het al snel goed. We hadden een bizarre connectie en dat was voor de buitenwereld ook heel goed te zien en merken. Het was daarom ook geen verrassing dat ik al snel in verwachting was van Luci. Ik kijk naar mijn kleine meisje, ze ligt heerlijk te slapen. Haar natte haartjes vastgeplakt op haar mooie gezichtje. Haar mondje ietsje open en haar handje onder haar gezichtje. Wat is ze toch knap. Zo kan ik uren naar haar kijken als het moet. Zij is het allerbelangrijkste in mijn leven nu. Waar ik vroeger het feestbeest was, breng ik nu het liefst alle tijd die ik heb, met haar door. Ik moet haar straks al genoeg gaan missen als ze naar school toe gaat en hoe meer ik daar aan denk, hoe meer moeite ik er mee heb. Ze is bijna 4 jaar lang alleen maar bij mij geweest, nooit geen opvang. En straks ben ik hele dagen zonder haar, de gedachte alleen al maakt mij intens verdrietig, want dan, dan ben ik pas echt alleen. Net wanneer ik mijn boek uit mijn tas wil pakken om te gaan lezen, hoor ik mijn telefoon gaan. Het is een appje van Frank; Merel, er zijn problemen op de zaak, we moeten direct terug naar Nederland. Zijn appje open ik niet. Ik doe net of ik het niet gelezen heb en stop mijn telefoon snel weer terug in mijn tas. Elke vakantie is er wel wat. Het draait bij Frank alleen nog maar om de zaak. Ik snap überhaupt niet zo goed waarom hij nog op vakantie wil, want zodra er ook maar iets is, vliegen we terug. Die zaak is zijn leven. En ja door die zaak hebben wij een goed leven. Maar om daar nou steeds onze vakanties vroegtijdig voor te annuleren, dat gaat er bij mij nu niet meer in. Hij heeft toch niet voor niets compagnons? Nog geen tien minuten later zie ik Frank met een goede snelheid en boos gezicht aan komen lopen. Ik weet al meteen hoe laat het is, zijn houding spreekt boekdelen en ik bereid me voor op het ergste….

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.